WhatsApp ons
WhatsApp ons

Stuur ons een bericht naar:
+31302270680

Of scan onderstaande QR code:

WhatsApp QR Code
None

Schip ahoy!

20 zeiltermen die je moet weten als je op zeilkamp gaat

De 20 belangrijkste zeiltermen

Als je gaat zeilen is het handig om vooraf te weten welke zeiltermen je echt moet kennen, om op het water goed met elkaar te kunnen communiceren. Zeilen heeft nou eenmaal echt zijn eigen taaltje. Als je al iets weet van zeilen dan zal dit niets nieuws zijn voor je. Maar als je voor de eerste keer gaat zeilen (of natuurlijk met ons op meegaat op een van onze zeilkampen) dan is dit superhandig om alvast te weten. Wij hebben de 20 belangrijkste zeiltermen voor jou op een rijtje gezet. Let's go!

Zeilen, jongeren, zeilkampen

Loef en Lij

De allereerste zeilterm die je moet weten is 'loef'. Bij loef gaat het erom van welke kant de wind komt. De loefzijde is de windzijde van de boot, ook wel de bovenwindse zijde genoemd. Het is dus de kant van de boot waar de wind vandaan komt. Het tegenovergesteld van loef is de 'lij'. De lijzijde van een boot is de benedenwindse zijde, oftewel de kant van de boot waar de wind naar toe waait. Superbelangrijk om te weten, want als je bijvoorbeeld een schip wil inhalen, dan doe je dat altijd aan de loefzijde. Waarom dat zo belangrijk is? Op het moment dat de twee boten naast elkaar liggen, haalt het schip aan loefzijde, de wind uit de zeilen van het schip aan lijzijde. Hierdoor passeert schip aan loefzijde sneller. Easy peasy!

Stuurboord en Bakboord

'Stuurboord' en 'bakboord' zijn zeiltermen die allebei vrij makkelijk te onthouden. Het werkt zo: als je in de boot staat is de rechterkant van de boot het stuurboord. De linkerkant van de boot is dan bakboord. Stuurboord en bakboord is een stuk makkelijker communiceren op het water dan als je 'links' en 'rechts' gebruikt. Dat zal veel te verwarrend zijn, omdat links en rechts afhankelijk van hoe die persoon staat. Met stuurboord en bakboord is het meteen duidelijk welke kant wordt bedoeld.

Zeilen, Jongeren, zeilkamp

Hogerwal en lagerwal

'Hogerwal' en 'lagerwal' zijn zeiltermen die worden gebruikt om de windrichtingen ten opzichte van de wal aan te geven. Als de wind vanaf de wal komt of schuin vanaf de kant komt, dan noem je dit hogerwal. Bij hogerwal kun je met gehesen zeilen aanleggen aan de kant, omdat het zeil zo min mogelijk wind krijgt en je dus langzaam met de boot naar de wal kunt varen. Lagerwal betekent als de wind naar de wal of schuin naar de wal toe waait. Als je gaat aanleggen aan lagerwal moet je eerst de zeilen laten zakken. Je hebt dan de wind in de zeilen en dan zou de boot doorvaren in plaats van stoppen.

Klaar om te wenden?

De volgende zeilterm is 'klaar om te wenden'. De stuurman roept dan naar zijn bemanning 'klaar om te wenden' en vervolgens… 'ree'. Bij 'ree' gooit de stuurman het roer de andere kant op. Op dat moment moet de bemanning ervoor zorgen dat de zeilen ook naar de andere kant gaan. Dit is het commando dat gebruikt word om de bemanning te informeren dat het schip overstag gaat.

In de wind, aan de wind, halve wind, ruime wind en voor de wind

Met deze zeiltermen worden vaarrichtingen ten opzichte van de wind bedoeld. Recht tegen de wind in kun je natuurlijk niet varen (alleen achteruit, maar dat is in dit geval niet de bedoeling). De zeilen vangen dan namelijk geen wind en gaan klapperen. 'Aan de wind' betekent dat je schuin tegen de wind in zeilt. Met 'halve wind' staat de wind dwars op de boot. Bij 'ruime wind' komt de wind schuin van achteren. Dan wordt er een 'ruimwindse koers' gevaren. 'Voor de wind' is een andere term. Bij een 'voordewindse koers' komt de wind recht van achteren. Op de fiets zou dit gewoon wind mee heten.

Zeilen, jongeren, zeilkamp

Melkmeisje

De zeilterm 'melkmeisje' wordt gebruikt om een zeilmanoeuvre aan te duiden waarbij de twee zeilen ten opzichte van elkaar in tegenovergestelde richting staan. Dit kan alleen op een voordewindse koers, omdat de wind dan van achteren komt en je je zeilen zo optimaal gebruikt.

Leuk weetje: de naam "melkmeisje" komt van de gelijkenis met de manier waarop een melkmeisje een emmer melk aan elke kant van haar lichaam draagt om in evenwicht te blijven. De zeiler die de manoeuvre van het melkmeisje uitvoert, doet dus eigenlijk hetzelfde als een melkmeisje dat melk draagt.

Optuigen

'Optuigen' is een zeilterm over het hele proces waarbij een zeilboot klaar wordt gemaakt om te gaan zeilen. Het omvat het monteren en afstellen van de verschillende onderdelen van de boot en het zeil, zodat deze klaar zijn om de wind te vangen. Het optuigen van een zeilboot begint meestal met het monteren van de mast en het plaatsen van de giek. Vervolgens wordt het zeil aan de mast bevestigd en wordt het afgesteld zodat het goed aansluit op de mast en de giek. Andere belangrijke onderdelen die moeten worden gecontroleerd en afgesteld is het roer, het zwaard en je schoten. Bij het optuigen van een zeilboot is het belangrijk om de juiste volgorde te volgen en aandacht te besteden aan de afstelling van de verschillende onderdelen.

Strijken

'Strijken' is een van de zeiltermen die eigenlijk heel easy is! Ze noemen dit ook wel strijken van de zeilen, oftewel het laten zakken van de zeilen.

Zeilen, Jongeren, Zeilkamp

Opdoeken

'Opdoeken' is eigenlijk opruimen, het opdoeken van een fok (zeil) lijkt ingewikkeld, maar als je het eenmaal onder de knie hebt doe je het binnen een minuut. Benieuwd hoe je deze zeilterm uitvoert? Kijk dan deze video waarin je ziet hoe je een grootzeil heel makkelijk opdoekt.

Oploeven en afvallen

Zowel bij 'oploeven' als bij 'afvallen' zijn zeiltermen die gaan over verandering van de vaarrichting. Bij oploeven beweegt de punt van de boot naar de windrichting toe, zodat de zeilboot meer naar de wind gaat varen. Bijvoorbeeld een koersverandering van halve wind naar aan de wind. Bij afvallen gaat de voorkant van de boot juist weg van de windrichting, bijvoorbeeld tijdens een verandering vanaf aan de wind naar halve wind.

Zeilen, jongeren, zeilkamp

Opkruisen

'Opkruisen' is een zeiltechniek waarbij een zeilboot schuin tegen de wind in vaart om in de gewenste richting te gaan. Bij het opkruisen moet de zeilboot scherp aan de wind varen, wat betekent dat de zeilen netjes strak moeten staan om vooruit te komen. De zeilboot vaart vervolgens in een zigzagpatroon, waarbij de koers steeds wordt veranderd om steeds zo scherp mogelijk tegen de wind in te varen. Door op deze manier te varen, kan je met een zeilboot tegen de wind in varen en toch op de gewenste bestemming aankomen. Opkruisen heeft meerdere benamingen waaronder 'kruisen' en 'laveren'.

De beste stuurlui staan aan wal

Een superbekend gezegd: 'de beste stuurlui staan aan wal'. Het spreekwoord heeft eigenlijk eenzelfde betekenis. Het spreekwoord zegt namelijk dat mensen die zelf niets ondernemen vaak de grootste mond hebben over wat een ander probeert te doen. Met zeilen is dat eigenlijk hetzelfde: stuurlui aan wal moeten het werk simpelweg overlaten aan de stuurlui aan boord. De mensen die dus aan wal staan kijken toe, maar denken wel vaak het beter te weten dan de mensen aan boord!

Zeilen, Jongeren, Zeilenkamp

Zin gekregen om te zeilen?

Dit waren de 20 belangrijkste zeiltermen. Het lijkt heel wat, maar als je eenmaal bent zul je merken dat je alles zo oppikt. Kan je nu al niet wachten om weer te gaan zeilen? Of wie weet vond je dit zo interessant en wil je wel voor de eerste keer gaan zeilen? Neem dan zeker een kijkje bij onze zeilkampen. Zo kun je tijdens ons Zeilkamp De Viking 15-18 leren zeilen op het Veerse Meer, hard zeilen, lekker chillen en gezellige feestjes in Friesland tijdens ons Zeilkamp Us Hiem 15-18 of zelfs mee op een heuse zeiltrektocht. Meer zeilinspiratie nodig? We hebben een aantal blogs met de beste tips en tricks voor het zeilen geschreven. Hoeveel wind heb je nodig om te zeilen en ook superhandig: de verschillende soorten zeilknopen.

Zeilen, jongeren, zeilkamp