Als wij het hebben over onze zeilkampen, zeggen we altijd dat we zoveel mogelijk het water op gaan. We zeggen niet hoeveel uur per dag je gaat zeilen, omdat dat afhankelijk is van het weer. En dan voornamelijk de wind. Als jij nog nooit op zeilkamp bent geweest, heb je waarschijnlijk nog geen idee hoe dat precies zit, met de wind en zeilen. Hoeveel wind heb je nodig, en kan het ook té hard waaien? Daarover lees je in deze blog, en we leggen ook uit hoe je windkracht omrekent naar knopen.
Laten we beginnen bij het begin. De wind en zeilen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Vooral de windrichting en de sterkte van de wind, oftewel windkracht, zijn belangrijk. Windkracht wordt normaal gesproken aangeduid volgens de schaal van Beaufort (bft). Deze schaal is gebaseerd op de windsnelheid in kilometers per uur. Maar dat werkt vooral goed op het land. Op het water gebruiken we zeemijlen voor afstand en knopen voor snelheid. Dus we gebruiken niet de schaal van Beaufort, maar knopen om aan te duiden hoe hard de wind waait.
1 knoop is 1 zeemijl per uur, en 1 zeemijl is 1852 meter. Dus eigenlijk betekent 1 knoop een snelheid van 1852 meter, of 1,852 km per uur. Niet de makkelijkste getallen om mee te rekenen, hè? Gelukkig hoef je ook niet zelf om te rekenen, maar als je gaat zeilen is het wel handig als je weet welke windkracht met hoeveel knopen vergelijkbaar is.
Is het helemaal windstil? Dan is het windkracht 0, en dus ook <1 knopen. Je ziet dan dat het water vlak is. Windkracht 12 is de hoogste, vergelijkbaar met een orkaanstorm. In knopen is dit 63 of meer knopen.
Van welke windkracht worden wij nou blij op zeilkamp? Dat is zo tussen de 5 en 15 knopen. Voor beginnende zeilers is tussen de 5 en 10 knopen (2 à 3 Bft) ideaal zeilweer. Gevorderde zeilers kunnen al wat hardere wind hebben, bijvoorbeeld tussen de 11 en 15 knopen. Goed nieuws: onze ervaring is dat er in Nederland bijna altijd wel genoeg wind is om te kunnen zeilen. We gebruiken ook veel lichte soorten zeilboten die maar weinig wind nodig hebben om vooruit te komen.
Op zeilkamp wil je natuurlijk maar één ding: leren zeilen! Lekker zoveel mogelijk varen, dus. Om dat te kunnen doen houden de zeilinstructeurs het hele kamp lang de weersvoorspellingen goed in de gaten. Is het weer een keer wat minder, dan laten we ons daar niet zomaar door tegenhouden. Zolang het veilig en verantwoord is om het water op te gaan, doen we dat.
Toch komt het wel eens voor dat het écht windstil is of dat de wind te sterk is voor zeilers met weinig ervaring. Gelukkig zijn die momenten juist wel weer prima geschikt voor bijvoorbeeld een lesje zeiltheorie of om te oefenen hoe je je boot weer recht krijgt als je omslaat. Want ook dat hoort bij het zeilen! Vaak proberen we op een ander moment die dag alsnog te gaan varen. Want de slechte windomstandigheden duren meestal niet lang: niets is zo veranderlijk als het Nederlandse weer!
Nog op zoek naar een zeilkamp? Bekijk onze zeilkampen voor verschillende leeftijden. En ga dan gelijk helemaal goed voorbereid op kamp, met de paklijst in deze blog: Wat heb je allemaal nodig op zeilkamp?
Vinea 2024
